clubrit toertocht clubwedstrijd trainingsrit clubactiviteit fietsen bij de buren

ma di wo do vr za zo
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30

Iedere sport heeft zo zijn ongeschreven wetten. In het wielrennen zijn die ooit door de broeders van Velominati (Keepers of the Cog) opgeschreven als The Rules. Een mix van serieuze etiquette en tongue-in-cheek humor. Denk aan kleding, materiaal, houding op de fiets, maar ook aan levenslessen in de geest van de echte cycling disciple.

Omdat de oorspronkelijke website niet meer online is, heeft TC Zevenhuizen ’80 de regels met een flinke knipoog vertaald en samengevat. Je vindt ze hieronder volledig terug, zodat je nooit meer hoeft te twijfelen of je bidon wel bij je fiets past, of of je helm wel goed staat.

Voor de liefhebber: er is ook een gedrukt boek van verschenen, The Rules – The Way of the Cycling Disciple, dat nog steeds te vinden is, o.a. bij bol.com.

 

De 95 Regels

  1. Het is alles of niets.
    Als je fietst, fiets je. Geen half werk.

  2. Je respecteert de tradities.
    Traditie gaat boven alles – tenzij je wint, dan mag je uitzonderingen maken.

  3. Banden horen zwart te zijn.
    Kleurbandjes zijn leuk voor speelgoedfietsen.

  4. Het frame is van staal, carbon of titanium.
    Al het andere is knutselwerk.

  5. Harden the f*** up.
    Pijn hoort erbij. Klaag minder, trap meer.

  6. Respecteer de wegkapitein.
    In de groep is er altijd iemand de baas – volg die.

  7. Zonnebril altijd over de helmbandjes.
    Geen discussie.

  8. Bidons moeten bij je fiets passen.
    Esthetiek is heilig.

  9. Geen tasjes aan je stuur.
    Je bent geen toerist in de Efteling.

  10. Helm op. Altijd.
    Veiligheid boven ego.

  11. Je hebt nooit te veel fietsen.
    De formule is N+1: het aantal fietsen dat je hebt, plus nog eentje.

  12. Reserveonderdelen horen netjes opgeborgen te zijn.
    Geen losse troep in je zakken, alles strak en verzorgd.

  13. Geen excuses. Alleen kilometers tellen.
    Wind, regen, kou? Gewoon rijden. (Zie ook regel 5)

  14. Het zadel staat horizontaal. Punt.
    Geen rare hoeken of scheve zadels.

  15. Kousen eindigen net onder de kuit. Niet hoger, niet lager.
    Niet halverwege je scheenbeen, niet bij je enkel.

  16. Geen aerobars op je racefiets.
    Tenzij je meedoet aan een triathlon – maar dan ben je niet bij ons.

  17. Je benen zijn glad geschoren.
    Geen oerwoud op de kuiten, aub.

  18. Het stuurlint is wit. Of zwart.
    Andere kleuren zijn carnavalsversiering.

  19. Niets op je zadel hangen.
    Geen jasjes, geen tasjes. Houd het strak.

  20. Je bidonhouders zijn identiek.
    Links en rechts hetzelfde, want stijl doet ertoe.

  21. Je fiets staat binnen, niet buiten.
    Een fiets is geen tuinmeubel.

  22. Geen opzichtige stickers of toeters.
    Een racefiets is geen kerstboom.

  23. Respecteer de profs.
    Maar kopieer ze niet belachelijk. Stijlvol nadoen mag, overdrijven niet.

  24. Train in weer en wind.
    Zon, regen of storm – fietsers rijden door. (Zie ook regel 13)

  25. Je fiets is altijd schoon.
    Modder mag buiten, niet in de schuur.

  26. Alleen zwart of wit zadel.
    Andere kleuren zijn verboden terrein. (Zie ook regel 18)

  27. Handjes bovenop voor koffie, in de beugels voor oorlog.
    Houding zegt alles.

  28. Geen loshangende kabels.
    Strak weggewerkt of niet.

  29. Je reservebandje zit strak opgevouwen.
    Geen prop in je zak, maar keurig gerold.

  30. Nooit een rugzak op de racefiets.
    We zijn wielrenners, geen backpackers.

  31. Framepomp mag, maar netjes langs de buis.
    Ouderwets misschien, maar als je ‘m hebt, dan zit-ie strak. (Zie ook regel 28)

  32. Draag je clubkleding met trots.
    Maar: draag het alleen tijdens het fietsen, niet naar de supermarkt (zie regel 72).

  33. Geen reflecterende hesjes.
    Behalve als je koersleider bent. Veiligheid mag, maar stijl gaat voor.

  34. Fietsen doe je met verstand, niet met gadgets.
    Je benen en je hoofd zijn belangrijker dan je schermpje (zie regel 35).

  35. Een fietscomputer mag, maar klein en subtiel.
    Dus geen flatscreen-tv op je stuur.

  36. Ketting recht. Altijd.
    Je rijdt pas écht goed als je in de juiste versnelling zit.

  37. Binnenbanden in de zak, niet los bungelend.
    En natuurlijk strak opgerold (zie regel 29).

  38. Je houdt je lijn in de groep.
    Niemand houdt van een slingerende aap (zie regel 54).

  39. Je waarschuwt voor obstakels.
    Roep en wijs, zodat samen uit ook echt samen thuis wordt (zie regel 40).

  40. Samen uit, samen thuis.
    De basisregel van elke toerclub.

  41. Respecteer het verkeer.
    Auto’s, voetgangers, tractors – we delen de weg.

  42. Geen muziek in je oren tijdens de rit.
    Je moet de aanwijzingen van je maatjes horen (zie regel 39).

  43. Groet andere fietsers.
    Een simpele zwaai of knik is genoeg.

  44. Geen tri-bars op een groepsrit.
    Ja, we zeiden het al in regel 16, maar herhaling kan geen kwaad: aero-bars horen niet thuis in het peloton.

  45. Helm recht, niet scheef.
    Mode is ondergeschikt aan veiligheid (zie regel 10).

  46. Zonnebril mag niet wiebelen.
    Over de bandjes, strak, zoals het hoort (zie regel 7).

  47. Je stuurlint wordt vervangen als het vies is.
    Een frisse look hoort erbij (zie ook regel 25: fiets schoonhouden).

  48. De fiets past bij je lichaamsbouw.
    Geen rare framematen of te hoge stuurpen.

  49. Geen mountainbikes in de groep.
    MTB is leuk, maar niet tijdens een wegtraining.

  50. Geen tri-suits in de groep.
    Zelfde verhaal: dat doe je maar bij je triathlon (zie ook regel 16 en 44).

  51. Je gebruikt handgebaren correct.
    Roepen is goed (zie regel 39), maar een duidelijk handgebaar voorkomt misverstanden.

  52. Je zegt geen "sorry" in koers.
    Fietsen is geen theekransje – gewoon rechtop blijven en dóór.

  53. Je rijdt vloeiend door bochten.
    Niet remmen in paniek, maar de lijn houden (zie regel 38).

  54. Geen geslinger.
    Slingeren hoort thuis op de kermis, niet in het peloton.

  55. Je remt niet onnodig.
    Rustig en beheerst, zodat de rest niet bovenop je klapt.

  56. Rijd twee aan twee, niet drie breed.
    We willen geen file veroorzaken (zie regel 41: respecteer het verkeer).

  57. Je praat niet in de wind.
    Dat hoort in het wiel, op kop hou je je mond.

  58. Je eet en drinkt netjes.
    Geen hele maaltijden op de fiets – bidon en reepjes zijn genoeg (zie regel 64).

  59. Geen lege verpakkingen op straat.
    Stop het in je zak, niet in de berm. Ook geen bananenschillen: Je bent geen aap.

  60. Stop niet plotseling.
    Altijd rustig uitrollen, voor je eigen veiligheid en die van anderen.

  61. Je helpt een clubgenoot in nood.
    Lek? Ketting eraf? Samen oplossen (zie regel 40: samen uit, samen thuis).

  62. Je draagt je helm ook omhoog.
    Dus niet bungelend aan je stuur of tas – helm is helm (zie regel 10).

  63. Fiets je niet? Dan poets je je fiets.
    Geen smoesjes, een schone fiets hoort erbij (zie ook regel 25 en 47).

  64. Je bidon is gevuld, niet leeg.
    En natuurlijk in stijl passend bij je fiets (zie regel 8).

  65. Geen rare kleurencombinaties.
    Houd het strak: geen regenboog-oorlog op de fiets.

  66. Matching handschoenen, sokken en helm.
    Accessoires zijn geen carnaval, maar afstemming.

  67. Je rijdt geen koersbroek zonder bretellen.
    Dat is een wielerpyjama, geen wielerkleding.

  68. Shirts in je broek, jasje eroverheen.
    Geen fladderende modeblunders.

  69. Je sokken zijn wit.
    Of in ieder geval strak en fris (zie ook regel 15).

  70. Geen compressiekousen op de fiets.
    Die zijn voor ná het fietsen, op de bank.

  71. Geen losse flodders rond je enkels.
    Bandjes, veters, kousen – alles strak en opgeruimd (zie ook regel 15 en 69).

  72. Je fietst niet in je clubshirt naar de supermarkt.
    Clubkleding is voor de fiets (zie regel 32).

  73. Clubkleding draag je alleen op de fiets.
    Nooit als huispak of klusoutfit.

  74. Geen opzichtige schoenen.
    Hou het stijlvol: subtiel, geen disco op de pedalen.

  75. Schoenen wit of zwart.
    De enige twee smaken die tellen (zie ook regel 18 en 26: klassiek kleurenpalet).

  76. Klittenband dicht, niet flapperend.
    Losse flapjes? Onacceptabel.

  77. Fietscomputers niet op je stuurpen.
    Die horen netjes op het stuur, klein en bescheiden (zie regel 35).

  78. Alleen ronde bidons.
    Geen rare vormen of reclameflessen (zie regel 8 en 64).

  79. Geen camelbaks.
    Dat is voor mountainbikers of survivalruns, niet voor wielrennen.

  80. Je helm is modern en veilig.
    Dus niet je oude puddingvorm uit de jaren ’90 (zie regel 10 en 45).

  81. Geen stickers op je helm.
    Je bent geen motorrijder of skateboarder.

  82. Je kijkt niet achterom in de sprint.
    Focus naar voren, snelheid omhoog.

  83. Je neemt je pulls op kop.
    Iedereen doet zijn deel (zie regel 40: samen uit, samen thuis).

  84. Je blijft niet te lang op kop.
    Geef ook anderen de kans – wielrennen is teamwork.

  85. Je rijdt niet met open jas.
    Fladderen is voor vogels, niet voor wielrenners.

  86. Je zit recht op de fiets.
    Een mooie houding is niet alleen stijlvol, maar ook efficiënt.

  87. Een fietsbel is verplicht.
    Niet stijlvol volgens de puristen, maar wel veilig én wettelijk verplicht. Gebruik ’m met beleid.

  88. Je handen zijn altijd op het stuur.
    Geen losse handen of appende renners. Veiligheid eerst.

  89. Je zwaait niet overdreven naar de camera.
    Focus op je rit, de foto komt vanzelf goed.

  90. Geen selfies tijdens de rit.
    Rijden > poseren.

  91. Je kent je routes.
    GPS is handig, maar je hoofd is beter (zie regel 34).

  92. Je rijdt door. Ook als het zwaar wordt.
    Niet piepen, gewoon malen (zie regel 5).

  93. Je eindigt sterker dan je begon.
    Of in ieder geval met trots dat je het volhield.

  94. Je geniet onderweg.
    Niet vergeten: fietsen is plezier, geen straf.

  95. En bovenal: je respecteert De Regels.
    Ze zijn er voor de stijl, voor de lol en voor het wielerhart.

Of je ze nu bloedserieus neemt of met een glimlach: De Regels horen erbij. Ze maken wielrennen meer dan alleen sporten – het is ook stijl, kameraadschap en liefde voor de fiets.

👉 En onthoud: samen uit, samen thuis. Maar wel met stijl!